Geschiedenis van de Vughtse (St.) Lambertuskerk
Nog meer informatie vindt u bij:
en bij Interieur, bijv:
(excerpten uit de archieven[1])
De toren, vroeger de hele kerk, draagt de naam van de patroonheilige St. Lambertus die in 668 tot bisschop van Tongeren/Maastricht werd gewijd.
In het voorjaar van 1629 nam prins Frederik Hendrik (van Nassau) zijn intrek op kasteel Maurick[2]. Van daaruit leidde hij de Staatse troepen bij het beleg van ’s-Hertogenbosch, Spaansgezinde vestingstad en bolwerk van de RK-kerk. Op 14 september moest 'Klein Rome' zich overgeven. Voor de gehele Meierij van den Bosch was dat het begin van ingrijpende veranderingen op politiek en kerkelijk terrein. Het grootste deel van het tegenwoordige Noord-Brabant kwam als generaliteitsland onder het gezag van de Staten-Generaal. De bevoorrechte godsdienst werd die van de protestantse kerk. Deze situatie werd in 1648 bij de Vrede van Munster officieel bekrachtigd.
De RK-geestelijkheid moest in 1629 haar kerken ter beschikking stellen aan de 'ware religie'. In Vught ging het om de St. Lambertuskerk, de oude St. Pieterskerk op het tegenwoordige Maurickplein en de Cromvoirtse St. Hubertuskapel. Gevolg daarvan is onder andere dat veel gegevens over de St. Pieters- of Strooije kerk terug te vinden zijn in de archieven van de Vughtse Hervormde Gemeente[3], vooral bij de rekeningen van de kerkmeesters vanaf 1656. Voor de St. Lambertus-parochianen werd later een schuurkerk, de zogenaamde ‘Heijkantse Kerk’ bij de Kerksteeg ingericht.
Als in 1979 de herdenking van het 350-jarig bestaan van de Hervormde Gemeente te Vught plaatsvindt, dan gaat het eigenlijk alleen om het feit dat de eerste reformatorische dienst op 4 november 1629 in de St. Lambertuskerk kon plaatsvinden. In 1629 was er nog geen sprake van een eigen Vughtse predikant. De eerste reformatorische kerkdienst in de Lambertuskerk werd op last van de Staten-Generaal begin november 1629 gehouden door een gastpredikant, ds. Spiljardus. Hij werd daarbij geconvoijeert met 30 ruijteren en 120 voetknechten. Doch heeft Spiljardus met een bijle de kercke moeten openen. In 1633 werd de eerste predikant voor Vught, Jacobus Focanus, beroepen. De eerste kerkenraad werd pas in 1778 geïnstalleerd; de notulen van de vergaderingen vangen in dat jaar aan.
De Franse tijd gaf de aanzet tot grote veranderingen, kerk en staat werden gescheiden. De Hervormden bleven in de St. Lambertuskerk, de toren kwam aan de burgerlijke gemeente (1822) en de Strooijen Kerk of St. Pieterskerk werd, bij Koninklijk Besluit, pas in 1825 weer aan de Vughtse rooms-katholieken teruggegeven.
Rond 1830 vonden de laatste begrafenissen in en om de kerk plaats.
De contacten tussen de protestanten en de RK-parochies zijn in de loop der eeuwen aanzienlijk verbeterd, zie hiervoor o.a. in het archief van de Kerkeraad de stukken over de samenwerking binnen het Beraad van Kerken. Daar zijn ook de archivalia over het ontwikkelingsproces 'Samen-op-weg' te vinden dat uiteindelijk per 1 januari 1992 heeft geleid tot de 'Protestantse Kerkengemeenschap Vught'.
Een andere vorm van samenwerking is die met psychiatrisch ziekenhuis Voorburg. Vanaf 1886 is de predikant van Vught gedurende ruim een eeuw tevens (in een apart dienstverband) geestelijk verzorger geweest voor de 'Protestantse verpleegden'.
_____________________________________________________________________
1 Hanneke Das-Horsmeier, Inventaris van de archieven van de Hervormde Gemeente Vught, 1656-1991
3 De benamingen “Nederlandse Hervormde Kerk” en “Hervormde Gemeente van …” zijn natuurlijk niet geldend voor de hele periode die deze inventaris beslaat.